Luistertoetsen Nederlands: audio of video?

Auteurs

  • Klaas Schreuder

Trefwoorden:

Nederlands, luistertoetsen, luistervaardigheid, audio, video

Samenvatting

Is luisteren een auditieve of een audiovisuele activiteit? Zo op het oog in vijfennegentig procent van de gevallen een audiovisuele. In de meeste luistersituaties ziet de luisteraar de spreker. Alleen in situaties als aan de telefoon en bij de radio is de luisteraar uitsluitend op auditieve signalen aangewezen.
In het luisteronderwijs en bij de toetsing van luistervaardigheid kan men op de audiovisuele eigenschappen van luisteren niet altijd ingaan. Zeker bij het zogenaamde eenrichtingsluisteren is daarvan tot voor kort maar weinig sprake geweest. Het is in technisch, financieel en organisatorisch opzicht niet altijd eenvoudig om audiovisueel luistermateriaal in de klas aan te bieden. Aan de technische mogelijkheden is door de recente verspreiding van videorecorders op de scholen een enorme uitbreiding gegeven. Vrijwel alle scholen beschikken nu over een of meer videorecorders, meestal van het VHS-systeem. Dat maakt het instellingen als het Cito mogelijk audiovisueel luistermateriaal te ontwikkelen dat alle scholen in beginsel kunnen gebruiken.
Dit artikel gaat over de luistertoetsen Nederlands die het Cito uitbrengt. Ik bespreek een proefneming met luistertoetsen, waarbij de teksten op videoband zijn opgenomen en stel de vraag aan de orde of deze toetsen de voorkeur verdienen boven luistertoetsen met teksten op audioband.

Nummer

Sectie

Artikelen

Citeerhulp

Luistertoetsen Nederlands: audio of video?. (1991). Levende Talen Magazine, 78(465), 468-472. https://lt-tijdschriften.nl/ojs/index.php/ltm/article/view/1470