Een tweeledige benadering van taalbeheersing
Samenvatting
Niet alle mensen beheersen hun moedertaal even goed. Wijdverbreid is de gedachte dat, gemiddeld genomen, een journalist de moedertaaltaal beter beheerst dan een elektromonteur, en die weer beter dan de vrouw of man die schoonmaakwerk verricht. Ook wat de beheersing van een vreemde taal betreft, verschillen mensen enorm in het succes dat ze boeken bij het leren ervan. Alweer wijdverbreid is de opvatting dat slimme mensen meer kans hebben een vreemde taal goed onder de knie te krijgen (of dat sneller doen) dan niet zo slimme mensen. In deze opvattingen is ingebakken de vooronderstelling dat er één enkele dimensie of schaal is waarop we verschillen in taalbeheersing (van een moedertaal of een vreemde taal) afbeelden: één trap van beheersingsniveaus. Jan Hulstijn presenteert een theorie die bovenstaande opvattingen nuanceert. Hij gaat niet uit van één beheersingsschaal maar van twee terreinen, een kernterrein en een uitbreiding daarvan, en formuleert de hypothese dat je voor de beheersing van het kernterrein niet over abstract denkvermogen hoeft te beschikken.