De toetsproblematiek van onderinstromers in het voortgezet onderwijs; Een behoeftenonderzoek
Trefwoorden:
NT2, NT2-onderwijs, toetsen, instaptoetsen, voortgezet onderwijsSamenvatting
Uriël Schuurs is sinds enige tijd werkzaam bij het Cito met als speciale taak: de herziening c.q. aanvulling van de huidige instaptoets voor anderstalige leerlingen in het voortgezet onderwijs. Deze toets, die een aantal jaren geleden werd ontwikkeld, is vooral gericht op de diagnostiek van neveninstromende leerlingen en niet zozeer op de onderinstromers, die het huidige Nederlandse onderwijs in toenemende mate bevolken.
Bij wijze van eerste stap organiseerde Schuurs een uitvoerige behoeftenpeiling in de vorm van een enquête onder docenten op scholen voor v.o. met veel onderinstromende allochtone leerlingen. Van de resultaten van deze enquête doet hij in zijn artikel verslag. Bij een dergelijke behoeftenpeiling zijn de respondenten snel geneigd alles belangrijk te vinden: men geeft bijvoorbeeld aan behoefte te hebben aan 'alle' soorten toetsen op 'elk' vaardigheidsgebied en -niveau. Schuurs, die dit gevaar zelf signaleert, slaagt er niettemin in - zij het voorzichtig en met het nodige voorbehoud - een aantal conclusies te trekken uit zijn gegevensverzameling die richting zouden kunnen geven aan onderwijs- en toetsontwikkeling.
Over de inrichting van het NT2-onderwijs in het voortgezet onderwijs is niet erg veel bekend. Redenen daarvoor zijn onder andere dat de doelgroep zeer divers is qua uitgangstaal en niveau, dat het aantal leerlingen dat Nederlands als tweede taal volgt per school varieert, en dat er uiteenlopende filosofieën bestaan over de optimale inrichting van het NT2-onderwijs. Gegeven deze diversiteit is het lastig te bepalen wat voor soort taaltoetsen van nut zouden kunnen zijn.
Dit geldt in wellicht nog hogere mate voor de zogenaamde onderinstromende leerlingen, die ogenschijnlijk probleemloos aan het onderwijs kunnen deelnemen.