Leesvoorkeuren van havo- en vwo-leerlingen aan het begin van de bovenbouw: Een enquêteonderzoek
Samenvatting
In literatuurdidactische publicaties wordt vaak benadrukt dat het belangrijk is bij de keuze van teksten aansluiting te zoeken bij de lees- en leefwereld van leerlingen. In tijden waarin een groot deel van de jongeren weinig leest, stelt dat de literatuurdocent voor uitdagingen. Jeroen Dera en Nienke van Doeselaar onderzochten de leesvoorkeuren van leerlingen in de vierde klas van havo en vwo – het moment waarop op de meeste scholen het concept ‘literatuur’ wordt geïntroduceerd aan de hand van teksten voor volwassenen. Ze laten op basis van een enquête zien wat vierdeklassers havo/vwo zelf over hun leesgedrag rapporteren en welke leesvoorkeuren kenmerkend zijn voor specifiek deze groep, en gaan de implicaties daarvan na voor het literatuuronderwijs. Als literatuurdocenten willen aansluiten bij de leeswereld van hun leerlingen, doen ze er goed aan om in te spelen op de multimediale cultuur waarin boeken voor leerlingen functioneren. Er moet ruimte in de les worden gemaakt voor genres die leerlingen aanspreken naast teksten die stroken met de eisen van het examenprogramma, namelijk dat leerlingen ‘literaire’ teksten moeten leren lezen en evalueren